Omgang met kinderen na partnerdoding

Evaluatie van een wetswijziging moet aantonen of de belangen van kinderen voldoende worden gewaarborgd als de ene ouder wordt verdacht van het doden van de andere ouder.

Looptijd
november 2022 t/m december 2023
Lectoraat
  • Geweld in Afhankelijkheidsrelaties
Onderzoeksteam

Het lectoraat Veiligheid in Afhankelijkheidsrelaties werkt mee aan de evaluatie van de Wet clausulering omgang/contact na partnerdoding, die in 2018 in werking is getreden. Deze wet regelt hoe instanties tot een weloverwogen besluit kunnen komen over de invulling van het contact tussen minderjarige kinderen en hun ouder, als die wordt verdacht van het doden van de andere ouder. Het onderzoek gaat na of de wet correct wordt uitgevoerd en of de belangen van de kinderen voldoende worden beschermd.

Als iemand wordt verdacht van het doden van zijn/haar partner, heeft dat een enorme impact op de andere gezinsleden en de betrokken families. Als er minderjarige kinderen zijn betrokken, roept dat bovendien ingewikkelde vragen op: wie krijg de voogdij, waar gaan de kinderen wonen, is het wenselijk dat er contact/omgang is met de verdachte ouder en zo ja: hoe moet dit worden ingevuld? Deze vragen kunnen leiden tot strijd tussen families, instanties en andere betrokken partijen.

 

Procedure

De Wet clausulering omgang/contact na partnerdoding werd ingevoerd om duidelijkheid te scheppen over de manier waarop hierover beslissingen moeten worden genomen. In een handelingsprotocol staat omschreven welke procedure de betrokken professionals moeten volgen; het blijkt vaak ingewikkeld om in het belang van de kinderen te handelen, zonder de rechten van de verdachte ouder tekort te doen. Uiteindelijk brengt de Raad voor de Kinderbescherming per situatie een advies uit aan de kinderrechter. De kinderrechter oordeelt vervolgens hoe het contact/omgang tussen het kind en de (gedetineerde) ouder moet worden vormgegeven. Ook wordt er een beslissing genomen over het gezag. Als het gezag van de (gedetineerde) ouder wordt beëindigd, krijgt een derde, bijvoorbeeld de pleegouder(s) of een instelling, de voogdij.

 

Het onderzoek

Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) gaf onderzoeksinstituut Regioplan de opdracht om te onderzoeken of de wet correct wordt uitgevoerd en of zich daarbij neveneffecten voordoen die onbedoeld het belang van het kind schaden. Het lectoraat werkt mee aan een dossierstudie en aan de afname van interviews met betrokken partijen en professionals. Hen wordt gevraagd wat zij relevant vinden voor de bescherming van de belangen van het kind en tot welke beslissingen in de uitvoering dat vervolgens leidt. Tevens wordt onderzocht hoe de wet zich verhoudt tot verplichtingen voor de Nederlandse overheid die voortvloeien uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het VN-Kinderrechtenverdrag.

This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.