In gesprek met Kinderombudsman Margrite Kalverboer
Op 28 november 2024 van 12.30 tot 17.00 uur presenteren we de resultaten van het project Ouder in Detentie op het Symposium ‘Kinderen in beeld’. Tijdens dit symposium reiken we aan hoe kinderen in gezinnen, waarvan de vaders in detentie verblijven, ondersteund kunnen worden bij hun behoeften en er bijgedragen wordt aan hun psychosociale ontwikkeling.
Prof.dr.mr. Margrite Kalverboer is sinds 20 april 2016 Kinderombudsman. Voor haar benoeming tot Kinderombudsman was zij universitair hoofddocent en hoogleraar Kind, Pedagogiek en Vreemdelingenrecht aan de Universiteit Groningen. De kinderombudsman opent het Symposium op 28 november met een bijdrage waarbij de problemen die kinderen met een ouder in detentie ervaren, langs de lat van het Best Interests of the Child (BIC)-model leggen. In 2006 heeft zij samen met Elianne Zijlstra het Best Interests of the Child (BIC)-model ontwikkeld dat bestaat uit 14 opvoedingscondities die in het leven van het kind van voldoende kwaliteit moeten zijn om het kind een goede kindertijd te laten beleven en diens ontwikkeling te waarborgen.
In gesprek met de Kinderombudsman
In aanloop van haar bijdrage aan dit Symposium ‘Kinderen in beeld’ stelde lector Bart Claes (Transmuraal herstelgericht Werken) de Kinderombudsman Margrite Kalverboer enkele vragen.
Bart: Het project ‘Zie je mij wel’ in 2017 zette heel wat in beweging. Voor het eerst stond het kind met een ouder in detentie centraal. Kinderen hebben recht op informatie, zorg en ondersteuning. Politie, justitie en hulpverleners moeten zich inspannen om de belasting en beschadiging die deze situatie meebrengt voor kinderen, tot een minimum te beperken. Met ‘Zie je mij wel’ kregen kinderen en jongeren voor het eerst een stem. Het thema kinderen met een ouder in detentie staat vandaag nog steeds erg op de agenda, waarom is dat?
Margrite: Hoewel het project ‘Zie je mij wel’ uit 2017 veel in beweging heeft gezet, zijn er nog steeds heel er veel kinderen met een ouder in detentie die niet gezien worden en waarvoor veel te weinig geregeld is. De meeste PI’s hebben geen vadervleugel, er is geen eigen beleid voor kinderen. Kinderen schamen zich nog steeds en ervaren nog steeds dat andere kinderen niet met ze mogen spelen. Of dat ze zich door hun onderwijzers anders behandeld voelen. Zolang dit zo is moeten we ervoor zorgen dat dit onderwerp op de agenda blijft, en hoger op de agenda komt. Tot er structurele verbeteringen gerealiseerd zijn en alle kinderen met een ouder in detentie op alle fronten goed ondersteund worden.
Bart: En hoe kijk je terug op de periode tussen nu en het startpunt met ‘Zie je mij wel’ in 2017?
Margrite: Voor mij waren de gesprekken met jongeren een eye-opener. Ik vond het zo pijnlijk te horen hoe de detentie van hun ouder(s) doorwerkte in hun leven dat ik sindsdien, waar het maar kan, aandacht vraag voor hen. Vandaar dat ik ook heel graag een bijdrage lever aan het symposium. Om de urgentie aan te geven dat we deze kinderen en jongeren niet los mogen laten en dat we ze beter moeten ondersteunen dan nu doorgaans gebeurt.
Bart: En als we dan naar de toekomst kijken. Wat is er nodig voor kinderen in gezinnen, waarvan de vaders in detentie verblijven, ook naar ondersteuning? En waar liggen de mogelijke uitdagingen voor de komende jaren?
Margrite: Kinderen met een vader, of moeder in detentie hebben nodig dat zij in beeld zijn bij de instanties die hen kunnen helpen met problemen in alle facetten van hun leven. Ik onderschrijf het pleidooi voor een landelijke aanpak die de rechten van het kind centraal stelt. Daarbij denk ik aan een proactieve transmurale aanpak, waarbij de PI’s en stakeholders buiten de muren goed samenwerken. Het waarborgen van rechten van kinderen is immers een gedeelde maatschappelijke opgave. Daarnaast moeten we als samenleving, dus niet zijnde een instantie, er heel helder in zijn dat deze kinderen nooit mogen worden aangesproken en veroordeeld vanwege het gedrag van hun ouder(s). Dat moeten deze kinderen voelen. Het is nooit hun schuld. Zij hebben eigen waarde en hun ouder(s) heeft iets verkeerd gedaan, maar je hebt het recht en mag van je ouder(s) houden. Want hij of zij blijft jouw papa of jouw mama. Er zijn een aantal mooie initiatieven gestart, zoals de vadervleugel in Veenhuizen en het Expertisecentrum Kind, Ouder en Detentie. Het is belangrijk dat deze initiatieven uitgebreid worden, zodat alle kinderen met een ouder in detentie hier de vruchten van kunnen plukken.
Ouder in Detentie
De Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie ZonMW financierde de afgelopen 2,5 jaar het project Ouder in Detentie. Het project Ouder in Detentie onderzocht samen met kinderen, hun verzorgers en gedetineerde vaders wat helpt om met hen in contact te komen en welke vragen en behoeften zij hebben. Hoe worden kinderen van gedetineerde vaders en hun gezinnen geïdentificeerd en bereikt? Wat weten we over de ondersteuningsbehoeften van kinderen? Welke hulp hebben deze kinderen en gezinnen nodig?
Het project Ouder in Detentie is een uniek project waarbij diverse organisaties in het zorg- en veiligheidsdomein samenwerken op het thema ‘Ouderschap en Detentie.’ Het project heeft als partners Avans Hogeschool, de Penitentiaire Inrichting Dordrecht en Vught, de gemeente Breda en Den Haag, Exodus Nederland en het Expertisecentrum K I N D, Ouder en Detentie. Avans Hogeschool, met name de lectoraten Transmuraal Herstelgericht Werken en Geweld in Afhankelijkheidsrelaties, treden op als onderzoeksleider.
Aanmelden voor het symposium?
Informatie over het Symposium van 28 november kan je vinden op: Home | Kinderen in beeld
Meer informatie over het project Ouder in detentie : Home – Ouder in detentie